Weetjes - nu en toen
De parochie van Bleiswijk dateert uit de middeleeuwen en de naam is hoogst waarschijnlijk afgeleid van de H. Blasius. Aan de oever van de Rotte stond indertijd een bidkapelletje dat aan de H. Blasius gewijd was.
In de tijd dat door hervormingen alle R.K. kerken in calvinistische handen kwamen, moest de toenmalige pastoor Jacob Janz. Borger in 1574 de kerk aan de gereformeerden afstaan. Aanvankelijk, tot ca. 1638, werd de parochie vanuit Berkel verzorgd. Later werd zij bij de statie Bergschenhoek gevoegd, waarbij zij tot 1852 bleef. De toenmalige pastoor van Bergschenhoek, Antonius Bruls, overleed op 13 januari 1851 en liet een legaat van 15.000 gulden na ten behoeve van de oprichting van een eigen parochie te Bleiswijk. In zijn testament stond echter dat een half jaar na zijn dood een commissie van vier notabelen uit Bleiswijk de wens tot een eigen parochie kenbaar moest maken en dat binnen drie jaar na zijn overlijden met de bouw begonnen moest zijn.
Begin 1852 werd pastoor G.W. Schuyt door de bisschop van Haarlem in de nieuwe situatie benoemd. In maart 1853 werd een perceel weiland, als ook een huis met erf gekocht. De kerk en de pastorie zijn daarop gebouwd voor respectievelijk 15.000 en 8.650 gulden. Het kerkgebouw is in de zogenaamde neoclassistische „waterstaatstijl‟ opgetrokken. Deze stijl wordt zo genoemd, omdat de ingenieurs van Waterstaat, tijdens de regering van Koning Willem 1, de openbare gebouwen, waaronder kerken ontwierpen. De eerste steen werd gelegd op 18 april 1854 en de kerk kon op 31 maart 1855 worden ingezegend door de nieuwe deken J.Th. van Brussel.
Nauwelijks 25 jaar later bleek het kerkgebouw reeds te klein en in 1879 zijn de kerk en de pastorie aanzienlijk vergroot met respectievelijk 13 en 5½ meter. Deze twee gedeelten zijn duidelijk te herkennen aan de verschillen in raamvormen en aan de kapconstructie. Namelijk het gedeelte bij het priesterkoor, sacristie en de daaronder gelegen „Paardenstal‟. Aan de uitwendige dakconstructie van de kerk en pastorie is deze uitbreiding ook te zien.
De eerste kerkklok, een geschenk van weduwe „van der Kan‟, moest in 1867 worden gerepareerd. Er is ooit gedacht over de aanschaf van een uurwerk, maar dit is door geldgebrek nooit verwezenlijkt. Tussen de jaren 1940 en 1949 mocht er op last van hogerhand geen kerkklokken meer geluid worden. Onze kerkklok moest worden ingeleverd, maar door een geschenk vanuit de parochie, kon men in 1949 weer een nieuwe klok horen luiden.
In 2002 hoorden verschillende parochianen een verandering van klank. Na enig onderzoek werd geconstateerd, dat de klok gescheurd was. Reparatie ervan zou ingewikkeld zijn, terwijl een nieuwe klok beduidend goedkoper zou zijn. Bij de Koninklijke Klokkengieterij Petit & Fritsen bv. werd een nieuwe bronzen klok besteld. Deze zuiver gestemde klok met een gewicht van 400 kg. is door de parochianen geschonken. In februari 2003 werd de klok met behulp van een bouwkraan vervangen door de nieuwe.
De parochiekernen van Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Bleiswijk, Nootdorp en Pijnacker vormen samen de parochie Christus Koning.
Terug naar de vorige pagina