Heilige Anna
In de heiligenkalender wordt de H. Anna op 26 juli samen met haar man H. Joachim vereerd als ouders van Maria, de moeder van Jezus. De Bijbel vermeldt niets over hen, wel o.a. het apocriefe (=verborgen, niet behorend tot de officiële lijst van 73 bijbelboeken) evangelie van Jacobus (150 nC). Zij waren welgesteld, gaven veel aan de armen en de tempel, maar ze hadden een groot verdriet: ondanks aanhoudend gebed kregen zij geen kinderen. Ze werden er zelfs door hun eigen dienstboden op aangekeken. Toen Joachim eens zijn offer in de tempel wilde opdragen, zou hij openlijk zijn teruggewezen. Joachim vlucht in de eenzaamheid en klaagt God zijn nood. Een engel verschijnt en verkondigt: Uw gebed is verhoord Joachim. U zult een dochter krijgen en u moet haar de naam Maria geven; zij zal van haar kindsheid af de Heer toegewijd worden en zij zal vervuld worden van de H. Geest. Op hetzelfde uur had Anna eenzelfde verschijning. Beiden haastten zich naar de tempel om God te danken.
De schedel van H. Anna wordt bewaard in Dürren (tussen Aken en Keulen) en relikwiën=relieken=overblijfselen zijn in Apt en Sainte-Anne d' Auray (Frankrijk), waar zij in de 17e eeuw zou zijn verschenen aan een eenvoudige boer en dat de paus in 1996 heeft bezocht. Anna komt terug in plaatsen als Sint Annaland en Sint Annaparochie.
De H. Anna wordt vereerd als beschermheilige van aanstaande moeders. Voor meisjes gold vroeger: Naar Sint-Anneken, gaat men om een manneken.
Terug naar de vorige pagina